Wat zijn vetten en welke type is goed voor de gezondheid en welke niet

Home   /   BRAVO-factoren   /   Wat zijn vetten en welke type is goed voor de gezondheid en welke niet

Vandaag gaan we het hebben over vetten dat in ons voeding zit en hoe we de goede vetten kunnen gebruiken voor een gezonde leefstijl. Daarvoor is het belangrijk dat je eerst de functie van vetten begrijpt. Daarna gaan we het hebben over de verschillende soorten vetten en de verschillende bronnen waaruit je vetten kunt halen. Het is ook belangrijk dat je kennis hebt over producten waarin goede en minder goede vetten zitten. We gaan ook naar de normen kijken waaraan jij je kunt houden. Verder is het belangrijk dat je weet hoeveel energie vetten opleveren en welke vitamines vetten rijk aan zijn. In het vorige artikel hebben we geleerd dat eiwitten en koolhydraten in ons voeding niet zo snel worden omgezet in lichaamsvet. Heb je dit artikel gemist? Kijk het dan gerust nog even terug!

Wat zijn vetten en welke type is goed voor de gezondheid en welke niet?

Er bestaat twee vet soorten: onverzadigde en verzadigde vetzuren. De onverzadigd vetzuren zijn de goede vetten en de verzadig vetzuren zijn de minder goede vetten voor het lichaam. In ons voeding zitten zowel onverzadigde als verzadigde vetzuren en is vaak een combinatie van beide. Daarnaast bestaan er ook transvetten. Van alle vet soorten is dit wel de minst goede variant voor je gezondheid. Deze vet soort ontstaat bij het industrieel gedeeltelijk harden van vetten door de voedselfabrikanten. Je vind transvetten in koek, snack, gebak, frituur, harde margarine en in bak- en braadvetten. Transvetten komen ook voor in het nature en zit dan vooral in dierlijke producten als melk, vlees van koe en schaap.

Vetten leveren in het lichaam 9 kilocalorieën (kcal) per gram aan energie op. Eiwitten leveren 4 kcal per gram op, koolhydraten leveren ook 4 kcal per gram, alcohol levert 7 kcal per gram op en sommige vezels (koolhydraten) leveren 2 kcal per gram op. Verder bevatten vetten een aantal belangrijke vitamines voor het lichaam. Deze vitamines zijn alleen te vinden in vetrijke voedingsmiddelen. Daarin vind je vitamine A, vitamine E, vitamine D en vitamine K. In groene blaadsoorten vind je vitamine K en de andere vitamines vind je in vis en melkproducten.

Vet geeft je een verzadigt gevoel na het eten omdat het relatief lang in de maag blijft. Bijna alle vetzuren is door het lichaam goed te verteren. Wanneer de vetvetering goed verloopt is er geen vet in de ontlasting te zien. Vet uit eten dat je niet gelijk gebruikt als energie wordt makkelijk omgezet in lichaamsvet. Dit komt omdat vet opslaan bijna geen energie kost. Het lichaamsvet is bedoeld voor energievoorraad, voor bescherming van organen en tegen kou. Daarnaast gebruiken cellen vetzuren als bouwsteen en bescherming. Verder zijn vetten belangrijk voor je hersenen, je ogen en je spieren.

Het lichaam kan de meeste vetzuren zelf maken maar een aantal niet. De vetzuren die het lichaam zelf niet kan maken noemen we essentiële vetzuren. Linolzuur en alfa-linoleenzuur zijn de essentiële vetzuren. Linolzuur is bij de meeste mensen bekent als omega-6 vetzuur. Linolzuur zit in planaardige oliën en is de meest voorkomende meervoudige vetzuren (ongeveer 85 tot 90%). Linolzuur kan je vinden in maïsolie, zonnebloemolie, sojaolie, margarine, halvarine en bak- en braadvetten.

Naast omega-6 vetzuren is omega-3 vetzuren ook essentieel voor het lichaam. De belangrijkste omega-3 vetzuren is de alfa-linoleenzuur (ALA) komt veel voor in lijnzaadolie, walnoten en in dieet margarines wordt dit toegevoegd. Daarnaast heb je ook eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA) deze staan bekent als omega-3 visvetzuren. De belangrijkste bronnen voor EPA en DHA-vetzuren zijn vissen en vooral in makreel, haring, zalm, forel en sardines. In magere vissen zit ook vetzuren maar in minder mate. Eieren en sommige vlees soorten bevatten ook EPA en DHA.

Vettig eten leidt niet per definitie tot overgewicht. Wel bevat vet meer energie per gram dan eiwit en koolhydraten. Bij overgewicht is er vaak sprake van een energieoverschot. Je zit dan boven je energiebehoefte, dit kan komen door te eiwit of koolhydraten. Het kan ook zo zijn dat je te weinig beweegt. Het gaat erom dat de energie-innamen en energieverbruik in evenwicht zijn. Hierdoor krijgt je lichaam wel genoeg energie en komt het ook niet aan in lichaamsgewicht.

Over het algemeen hebben vetten een slecht imago bij de meeste mensen en dat is niet helemaal juist. Uit vetten maakt het lichaam een stofje wat bekend is als cholesterol. Dit proces gebeurt voor een groot gedeelte in de lever. Cholesterol wordt gebruikt voor het bouwen van lichaamscellen, het aanmaken van hormonen en gal. Het lichaam vervoert cholesterol via het bloed in eiwitachtige stofjes wat we lipoproteïne noemen. Er bestaan twee soorten lipoproteïne, de hoge dichtheid lipoproteïne (HDL) en de lage dichtheid lipoproteïne (LDL). De LDL-cholesterol voert vetten af via het bloed naar de weefsels. Hierbij kan het voor komen dat cholesterol blijft plakken aan de wanden van het bloedvat. Er is dan al sprake van beschadiging aan de bloedvatwand. De HDL-cholesterol in het bloed voert vetten af naar de lever waar dit weer wordt afgebroken. De HDL-cholesterol is de goede variant en LDL-cholesterol de minder goede variant. Er is uit voorzorg een boven- en ondergrens gesteld voor de cholesterolwaarde in het bloed. De maximale bovengrens van HLD- en LDL-cholesterol samen moet minder zijn dan 5 mmol/l. LDL-cholesterol minder dan 2,5 mmol/l is optimaal.

Het advies is zoveel mogelijk verzadig vetten vervangen voor onverzadigd vetten. De normen voor de verschillende soorten vetten zijn: maximaal 20 tot 40 energieprocenten mag uit vetten bestaan. Minder dan 10 energieprocent van de voeding mag uit verzadigd vetten bestaan. Transvetten minder dan 1 energieprocent, linolzuur 2 energieprocenten, alfa-linoleenzuur 1 energieprocent, omega-3 vetzuren uit vis 3 energieprocenten en meervoudig onverzadigd vetzuren 3 tot 12 energieprocenten. Er is een minimaal aan vet inname gesteld en dat is 20 energieprocenten. Deze ondergrens is nodig om aan alle essentiële vetzuren en om aan alle vet oplosbare vitamines te komen.

Naast dat vetten, koolhydraten en eiwitten een belangrijke rol spelen in ons lichaam is het goed om te weten welke vitamines wel gezondheid bevorderend werken en welke niet. In het volgende artikel gaan we het hebben over: Welke vitamines zijn essentieel voor het lichaam?

Benieuwd hoe je hierachter komt? Vergeet dan niet om te volgen! Of plaats hieronder je reactie!

Voor nu allemaal een fijne dag en veel trainplezier!

Geef een reactie